Bloedprikken bij kinderen
Soms is bloedafname bij kinderen nodig voor verder onderzoek. Hieronder leest u hoe bloedonderzoek bij kinderen gaat en hoe u uw kind zo goed mogelijk voorbereidt.
Soms is bloedafname bij kinderen nodig voor verder onderzoek. Hieronder leest u hoe bloedonderzoek bij kinderen gaat en hoe u uw kind zo goed mogelijk voorbereidt.
Bloedprikken kan voor kinderen best spannend zijn. Daarom geven we een aantal praktische tips om uw kind hierop voor te bereiden. Ziet u of uw kind er toch erg tegenop? Bespreek dit met de medewerker bloedafname. Zij kunnen uw kind gerust stellen en zo goed mogelijk begeleiden tijdens het bloedonderzoek.
Vertel vooraf aan uw kind wat er gaat gebeuren. Dat kan helpen om wat angst weg te nemen. Als uw kind ontspannen is, doet de afname vaak minder pijn.
Oefen, als dat past bij de leeftijd van uw kind, dat uw kind zich ‘zo slap als een puddinkje’ of ‘gekookte spaghetti’ maakt. Focus daarbij op de armen. Zo leert uw kind zich te ontspannen en is de prik minder pijnlijk.
Het is fijn voor uw kind als er een vertrouwd persoon bij de bloedafname aanwezig is. Kinderen kunnen dan ook bij diegene op schoot zitten.
Kinderen kunnen bij extreme angst ook worden doorverwezen naar de pedagogisch medewerker, die oefent met foto’s en materialen.
Bij jonge baby's wordt bloed afgenomen uit het hieltje. Bij iets oudere baby’s wordt meestal bloed geprikt in de vinger. Bij oudere kinderen wordt geprikt in de vinger, arm of handrug, afhankelijk van hoeveel bloed nodig is voor het onderzoek.
Bij bloedprikken in de arm of het handje krijgt uw kind eerst een elastische band (stuwband) om de arm om het prikken makkelijker te maken. Als uw kind in uw vinger of duim knijpt, wordt het bloedvat beter voelbaar. Vervolgens prikken we met een kleine naald in de ader en vullen we de benodigde buisjes met bloed. Het aanprikken van het bloedvat doet soms pijn, maar het is belangrijk dat uw kind de arm goed stilhoudt. De pijn verdwijnt zodra de naald wordt ingebracht.
Het hieltje en de vinger kunnen we niet verdoven. Eerst wordt de prikplaats schoongemaakt. Daarna prikken we met een prikpen een gaatje in de hiel of vinger. Door daar op te drukken, kunnen we bloed opvangen in de buisjes. Het prikken kan uw kind als pijnlijk ervaren. Het drukken is niet pijnlijk, maar voelt misschien niet prettig. Na controle van de prikplaats plakken we een pleister op het wondje.
Na de bloedafname krijgt uw kind een dapperheidsdiploma. We raden u aan om nog even met uw kind over het prikken te praten. Zo helpt u uw kind om deze ervaring te verwerken.